Geschikt voor iedereen die in schaken en de openingstheorie is geïnteresseerd. Voor de beginner is het een introductie, voor de clubschaker een verhelderend overzicht.
Dit is het derde en afsluitende deel van een serie waarin Paul van der Sterren, grootmeester en voormalig Nederlands kampioen, de lezer meeneemt op een ontdekkingsreis door de wereld van de openingstheorie van het schaakspel. Paul van der Sterren begint gewoon bij zet één en geeft een overzicht van alles wat in de loop der jaren aan openingstheorie bedacht is.
In drie delen komen alle openingen aan bod, met veel aandacht voor uitleg en achtergronden. Deel 1 behandelde de belangrijkste openingen die ontstaan vanuit de beginzet 1.d2-d4. Deel 2behandelde de Flankspelen, die beginnen met 1.c2-c4 of met 1.Pg1-f3, aangevuld met de 1.d2-d4-openingen die buiten het bestek van deel 1 vielen en met alle minder gangbare beginzetten.
Deel 3 gaat over 1.e2-e4, wits meest populaire beginzet en het startpunt van zowel de oudste als van de meest actuele openingstheorie. Alle openingen die na 1.e2-e4 mogelijk zijn worden behandeld.
Paul van der Sterren (1956) is grootmeester en tweevoudig Nederlands kampioen. Na 35 jaar is hij gestopt met wedstrijdschaak maar geeft nog wel training aan talentvolle jeugdschakers. Van der Sterren was 20 jaar redacteur van schaakuitgaven en heeft daarnaast ook diverse schaakboeken geschreven.
Dit is het derde en afsluitende deel van een serie waarin Paul van der Sterren, grootmeester en voormalig Nederlands kampioen, de lezer meeneemt op een ontdekkingsreis door de wereld van de openingstheorie van het schaakspel. Paul van der Sterren begint gewoon bij zet één en geeft een overzicht van alles wat in de loop der jaren aan openingstheorie bedacht is.
In drie delen komen alle openingen aan bod, met veel aandacht voor uitleg en achtergronden. Deel 1 behandelde de belangrijkste openingen die ontstaan vanuit de beginzet 1.d2-d4. Deel 2behandelde de Flankspelen, die beginnen met 1.c2-c4 of met 1.Pg1-f3, aangevuld met de 1.d2-d4-openingen die buiten het bestek van deel 1 vielen en met alle minder gangbare beginzetten.
Deel 3 gaat over 1.e2-e4, wits meest populaire beginzet en het startpunt van zowel de oudste als van de meest actuele openingstheorie. Alle openingen die na 1.e2-e4 mogelijk zijn worden behandeld.
Paul van der Sterren (1956) is grootmeester en tweevoudig Nederlands kampioen. Na 35 jaar is hij gestopt met wedstrijdschaak maar geeft nog wel training aan talentvolle jeugdschakers. Van der Sterren was 20 jaar redacteur van schaakuitgaven en heeft daarnaast ook diverse schaakboeken geschreven.